kantoorbaan
Nederlands
Woordafbreking
- kan·toor·baan
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kantoor en baan
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kantoorbaan | kantoorbanen |
verkleinwoord | kantoorbaantje | kantoorbaantjes |
Zelfstandig naamwoord
kantoorbaan v/m
- werk dat je achter een bureau op een kantoor verricht, tegenwoordig is het meestal werken achter een computer
- Ze is weer terug, in Breda en ja, ze leeft van wachtgeld: “ik houd me aan de regels van de politiek en dat zijn regels die ik niet zelf verzonnen heb en die voor alle politici gelden”, want ze was in de VS slechts vrijwilliger: “mijn naam was besmet dus die betaalde kantoorbaan was lastig”. Maar ze is “per direct beschikbaar als campaign consultant voor politici” en “trouwens ook beschikbaar als consultant voor bedrijven”. [1]
Gangbaarheid
- Het woord kantoorbaan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'kantoorbaan' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- NRC Emilie van Outeren 20 januari 2017
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.