kanton

Nederlands

Niet te verwarren met: Kanton
Uitspraak
Woordafbreking
  • kan·ton
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘onderafdeling van een arrondissement’ voor het eerst aangetroffen in 1827 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord kanton kantons
verkleinwoord kantonnetje kantonnetjes

Zelfstandig naamwoord

kanton o

  1. een bestuurseenheid; deze term wordt in verschillende landen gebruikt voor gebieden van sterk verschillende grootte
  2. (juridisch) in België een groep van gemeenten met één vredegerecht; in Nederland een sector van het gerecht die zich bezig houdt met kleine geschillen
  3. in de vexillologie de bovenhoek van een vlag aan de broekingzijde
Hyponiemen
  • kieskanton
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord kanton staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.