kanselarij

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kan·se·la·rij
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het me Latijn, in de betekenis van ‘griffie’ voor het eerst aangetroffen in 1530 [1]
  • afgeleid van kansel met het achtervoegsel -arij [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord kanselarij kanselarijen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

kanselarij v [3]

  1. (geschiedenis) bureau waar de oorkondes en andere documenten van een bepaalde vorst of andere bestuurlijke instelling werden opgesteld, bezegeld en uitgevaardigd, griffie
  2. kantoor van een gezantschap of consulaat
Hyponiemen
  • bondskanselarij, rijkskanselarij
Afgeleide begrippen
  • kanselarijstijl, kanselarijtaal
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord kanselarij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
84 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.