kangoeroe

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kan·goe·roe
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘buideldier’ voor het eerst aangetroffen in 1774 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord kangoeroe kangoeroes
verkleinwoord kangoeroetje kangoeroetjes

Zelfstandig naamwoord

kangoeroe m

  1. (buideldieren) Macropus , een buideldier met korte voorpoten, lange achterpoten en een lange sterke steunstaart
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
  • kangoeroebal, kangoeroerat, kangoeroeschip
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord kangoeroe staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.