kampeerbus

Nederlands

het volkswagenbusje omgebouwd tot kampeerbus
Uitspraak
Woordafbreking
  • kam·peer·bus
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kampeerbus kampeerbussen
verkleinwoord kampeerbusje kampeerbusjes

Zelfstandig naamwoord

kampeerbus m

  1. een bestelauto omgebouwd tot een wagen waarin men kan overnachten
    • Wat bezielt iemand om met een kampeerbus door de Groninger veenkoloniën te gaan reizen? Het is een trieste uithoek van Nederland, waar lange kanalen eindeloos door kale aardappelvelden snijden, waar de luchten grijzer zijn dan in de rest van het land, waar de wind venijniger blaast en de regen ijziger aanvoelt. Voor zijn plezier, zou je denken, gaat niemand naar de veenkoloniën. [1] 
Synoniemen
Hyperoniemen
  • kampeervoertuig

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord kampeerbus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. NRC 6 september 1990
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.