kammer

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kam·mer
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van kammen met het achtervoegsel -er [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord kammer kammers
verkleinwoord kammertje kammertjes

Zelfstandig naamwoord

kammer [2] [3]

  1. (beroep) iemand die kamt
  2. deel van een machine die die functie uitvoert
Hyponiemen
  • wolkammer

Gangbaarheid

  • Het woord 'kammer' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

Pennsylvania-Duits

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • kam·mer
Woordherkomst en -opbouw
  • Samentrekking van de Pennsylvania-Duitse woorden kann en mer

Frase

kammer

  1. (verkorting) kun je
  1. «Wammer sei Vertrag erneie muss, kammer en neie Telephone griege. Ich hab en neie iPhone gewaehlt.»
    Als je je contract moet verlengen, kun je een nieuwe telefoon krijgen. Ik heb een nieuwe iPhone gekozen.
Opmerkingen
  • Duits: kann man
  • Engels: can one; a person can (inversie)
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.