kamerjongen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ka·mer·jon·gen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kamerjongen kamerjongens
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

kamerjongen m

  1. een mannelijke bediende die de kamers in een hotel op orde houdt
    • De kamerjongen maakte het bed op en lapte de ramen. 
Antoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'kamerjongen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.