kameleon

Nederlands

Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘hagedis’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1240 [1]

kameleon m

(reptielen) een tropische hagedis uit de familie Chamaeleonidae vooral bekend voor zijn snelle kleurveranderingen
(figuurlijk) persoon die almaar van mening verandert

1. een tropische hagedis vooral bekend voor zijn snelle kleurveranderingen

Oppersorbisch: chameleon ^(hsb); wjertawka ^(hsb), wjertawa ^(hsb), haperleja ^(hsb)
Pools: kameleon ^(pl)
Portugees: camaleão ^(pt) m
Roemeens: cameleon ^(ro) m
Russisch: хамелеон ^(ru) m
Slowaaks: chameleón ^(sk)
Spaans: camaleón ^(es) m
Tagalog: hunyango ^(tl), hinyango ^(tl)
Turks: bukalemun ^(tr)
Zweeds: kameleont ^(sv)

2. veranderlijk persoon

Het woord kameleon staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'kameleon' herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	kameleon	kameleons
verkleinwoord	kameleonnetje	kameleonnetjes