kalmte
Nederlands
Woordafbreking
- kalm·te
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘rust’ voor het eerst aangetroffen in 1602 [1]
- afgeleid van kalm met het achtervoegsel -te [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kalmte | kalmtes |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
kalmte v
- rust, stilte, koelbloedigheid, gemoedsrust
Verwante begrippen
- rust, rustigheid, sereniteit
Afgeleide begrippen
- kalmtegordel
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord kalmte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'kalmte' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.