kalmoes
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kalmoes (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /ˈkɑɫmus/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈkɑɫmus/
- (Limburg): /ˈkɑlmus/
Woordafbreking
- kal·moes
Woordherkomst en -opbouw
- Ontleend aan het Latijnse calamus ("riet, rietstengel").
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kalmoes | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
kalmoes m
- (plantkunde) Acorus calamus
vaste moerasplant uit de familie Acoraceae, waarvan de wortelstok als smaakmaker dient
Afgeleide begrippen
- kalmoesolie, kalmoeswortel
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord kalmoes staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'kalmoes' herkend door:
66 % | van de Nederlanders; |
38 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.