kakelbont

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ka·kel·bont
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘met vele, niet-harmoniërende kleuren’ voor het eerst aangetroffen in 1603 [1]
  • samenstelling van  kakel   en  bont   [2]
stellend
onverbogen kakelbont
verbogen kakelbonte
partitief kakelbonts

Bijvoeglijk naamwoord

kakelbont [3]

  1. met veel schreeuwende, opzichtige, niet bij elkaar passende kleuren
    • Het gezin is vagelijk gemodelleerd naar de personages in de tragikomische film Happiness van Todd Solonz. Maar waar Solonz de worsteling met het leven in dubbelzinnige penseeltreken schilderde, doen Guy Weizman en Roni Haver dat krachtig en niet mis te verstaan kwastend. In felle kleuren ook: de kostumering is een kakelbonte uitdragerij van wijd uitwaaierende ballroomjurken, dierenpakken, vintage brilmonturen en bloemetjesjurken. Subtiliteit is ver te zoeken. [4] 
  1. van het karakter van iemand: druk, verward

Gangbaarheid

  • Het woord kakelbont staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
88 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.