kaasplank

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kaas·plank
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kaasplank kaasplanken
verkleinwoord kaasplankje kaasplankjes

Zelfstandig naamwoord

kaasplank v / m

  1. (huishouden) al dan niet houten plank om kaas op te snijden
  2. (voeding) schaal met verschillende soorten kaas, als dessert of als borrelhapje
    • ik heb wel weer eens trek in een kaasplankje 
  1. plank waarop kazen liggen te rijpen

Gangbaarheid

  • Het woord kaasplank staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.