justificatie

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • jus·ti·fi·ca·tie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘rechtvaardiging’ voor het eerst aangetroffen in 1467 [1]
  • naamwoord van handeling justificeren met het achtervoegsel -atie [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord justificatie justificaties
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

justificatie v [3]

  1. reden waarom iets juist is, of juist zou kunnen zijn
    • Na de lunch volgt het finest hour van de wetenschappelijk adviseur en de enige, bescheiden, justificatie van zijn aanwezigheid: het bezoek aan het College de France. Het College de France is ongetwijfeld Frankrijks meest prestigieuze instelling van onderwijs en onderzoek.[4] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord justificatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
92 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.