judomat
Nederlands
![](../I/m/Haraigoshi.jpg)
vallen op een judomat
Woordafbreking
- ju·do·mat
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van judo zn en mat zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | judomat | judomatten |
verkleinwoord | judomatje | judomatjes |
Zelfstandig naamwoord
judomat v/m
- (sport) een dikke veerkrachtige mat waarop men veilig kan judoën
- Juul Franssen verwacht over een paar maanden haar rentree te maken op de judomat. De 27-jarige Nederlandse zei dichtbij een akkoord te zijn met de judobond, waar ze al een tijd mee overhoop ligt.[1]
- Judoka Kim Polling komt volgend jaar april niet in actie op de Europese kampioenschappen in Polen. De drievoudig Europees kampioene in de klasse tot 70 kilogram kampt met een slepende elleboogblessure. "Het beste scenario is dat ik na de rustperiode in maart weer op de judomat sta. De EK komt dan te vroeg", zegt Polling tegen de NOS.[2]
Gangbaarheid
- Het woord judomat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'judomat' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- de Telegraaf 30 september 2017
- de Telegraaf 3 november 2016
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.