jandoedel
Nederlands
Woordafbreking
- jan·doe·del
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van jan zn en doedel zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | jandoedel | jandoedels |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
jandoedel m [1]
- een goedige maar erg domme man
- „Dit is een nadeel van internet”, zei de woordvoerder. „Het recept is zo eenvoudig dat elke jandoedel het kan.” [2]
- Door een interne computerstoring kon het digitale examen niet opstarten. ,,Na een uur mochten we van onze plek af om te kletsen. Toen wisten we dat het niet meer doorging, blikt Wesley Huisveld (16), één van de gedupeerden, terug. ,,Zaten we daar voor jandoedel. [3]
- sterke drank gemaakt van graan
Gangbaarheid
- Het woord jandoedel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'jandoedel' herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
55 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Reformatorisch Dagblad 08-03-2012 Levensgevaarlijk thermite veroorzaakt brand
- Tubantia Ellen van Gaalen 23-07-15 Slordige scholen duperen examen 800 leerlingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.