doedel
Nederlands
Woordafbreking
- doe·del
Werkwoord
vervoeging van |
---|
doedelen |
doedel
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doedelen
- Ik doedel.
- gebiedende wijs van doedelen
- Doedel!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doedelen
- Doedel je?
Gangbaarheid
- Het woord doedel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'doedel' herkend door:
86 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.