jachtgenot

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • jacht·ge·not
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord jachtgenot -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

jachtgenot o

  1. het genoegen bij het jagen (wat echte jagers vast wel zullen beleven)
  2. het recht om te jagen
    • De gemeenteraad van Warmerdam is gisteravond akkoord gegaan met de verhuur van het jachtgenot aan ... 

Gangbaarheid

  • Het woord 'jachtgenot' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.