ioniseren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • io·ni·se·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van het Franse ioniser (met het achtervoegsel -iseren)
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
ioniseren
ioniseerde
geïoniseerd
zwak -d volledig

Werkwoord

ioniseren (natuurkunde) (scheikunde) [1]

  1. ergatief ionen vormen
    • Het gas ioniseert onder invloed van de straling. 
  1. overgankelijk in ionen splitsen
    • De straling ioniseert het gas. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord ioniseren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.