intensiteit
Nederlands
Woordafbreking
- in·ten·si·teit
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘mate van kracht’ voor het eerst aangetroffen in 1843 [1]
- Van het Franse intensité met het achtervoegsel -iteit [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | intensiteit | intensiteiten |
verkleinwoord |
Hyponiemen
- arbeidsintensiteit, geluidsintensiteit, levensintensiteit, lichtintensiteit, signaalintensiteit, uitgangsintensiteit, veldintensiteit
Afgeleide begrippen
- intensiteitsverloop, intensiteitverandering
Vertalingen
1. sterkte
Gangbaarheid
- Het woord intensiteit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'intensiteit' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.