instroom
Nederlands
Woordafbreking
- in·stroom
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van in en stroom
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | instroom | instromen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
instroom m
- toeloop
- De grote instroom van nieuwe leerlingen zorgde voor een groei van de onderwijsinstelling.
Gangbaarheid
- Het woord instroom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'instroom' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.