instromen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·stro·men
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
instromen
stroomde in
ingestroomd
zwak -d volledig

Werkwoord

instromen [1]

  1. ('stromend') ergens binnenkomen
Afgeleide begrippen
  • instroming

Zelfstandig naamwoord

instromen mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord instroom

Gangbaarheid

  • Het woord instromen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.