insectenhotel
Nederlands
Woordafbreking
- in·sec·ten·ho·tel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van insect zn en hotel zn met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | insectenhotel | insectenhotels |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
insectenhotel o
- voorwerp of bouwsel met veel holletjes bedoeld om insecten een schuilplaats te bieden
- Het insectenhotel hoeft niet gelijk volledig te worden gevuld. [1]
Verwijzingen
- Von Orlow, M. Bouw je eigen insectenhotel (2014) Kosmos Uitgevers, Utrecht/Antwerpen; ISBN 9789052109787; p. 60; geraadpleegd 2016-12-14
Gangbaarheid
- Het woord insectenhotel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.