inpassen
Nederlands
Woordafbreking
- in·pas·sen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van in en passen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
inpassen |
paste in |
ingepast |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
inpassen [1]
- overgankelijk in een bestaand geheel invoegen
- „In het aangepaste plan zijn we met de vereniging overeengekomen dat de bestaande buitenmanege wordt uitgebreid en ingepast in de glooiende Rijssense Es”, zegt wethouder Roland Cornelissen. [2]
Gangbaarheid
- Het woord inpassen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'inpassen' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Tubantia Ronald Vrugteman 22-02-18 Rijssense De Oosterhoffruiters krijgt buitenmanege met all weather-bodem
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.