inpassing

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·pas·sing
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van inpassen met het achtervoegsel -ing
enkelvoud meervoud
naamwoord inpassing inpassingen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

inpassing v [1]

  1. het inpassen

Gangbaarheid

  • Het woord inpassing staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
85 %van de Nederlanders;
87 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.