individualiseren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·di·vi·du·a·li·se·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
individualiseren
individualiseerde
geïndividualiseerd
zwak -d volledig

Werkwoord

individualiseren

  1. afzonderen, afzonderlijk aanwijzen.
  2. iets op zichzelf staand beschouwen en zodanig behandelen.
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord individualiseren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.