inbouwen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·bou·wen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
inbouwen
bouwde in
ingebouwd
zwak -d volledig

Werkwoord

inbouwen

  • overgankelijk
  1. een gebouw, terrein, enz. met andere gebouwen omgeven
  2. in de constructie opnemen.
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord inbouwen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.