ik-vorm

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ik-vorm    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɪkfɔrəm/
Woordafbreking
  • ik-vorm
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ik-vorm ik-vormen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

ik-vorm m

  1. een manier van vertellen waarbij de verteller als 'ik' optreedt
    • Wees eerlijk. Anderen kunnen niet ruiken wat jij wilt of voelt. Je zult het moeten uitleggen. En breng je verhaal in de ik-vorm. Dus zeg niet: ‘Je geeft me veel te veel werk’, maar: ‘Ik voel me gestrest als ik veel werk moet doen dus ik wil minder taken.’[1] 
    • Anders dan bij wetten en koninklijke besluiten gebruikt de koningin voor de Akte de ik-vorm en niet het majesteitelijk meervoud 'wij'. Daarmee wordt benadrukt dat de abdicatie een persoonlijk besluit is.[2] 
Antoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord ik-vorm staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. de Telegraaf M. de Vries 25 augustus 2015 Waarom assertief zijn goed voor je is
  2. de Telegraaf 17 april 2013 Akte van Abdicatie wordt tentoongesteld
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.