ijsvrij

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ijs·vrij
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen ijsvrijijsvrijerijsvrijst
verbogen ijsvrijeijsvrijereijsvrijste
partitief ijsvrijsijsvrijers-

Bijvoeglijk naamwoord

ijsvrij

  1. (meteorologie), (onderwijs) het vrij hebben bij een strenge vorst
    • De scholieren hadden ijsvrij toen de sneeuwstorm over het land trok. 
  1. geen ijsafzetting bevattend
    • Op de luchthaven reed het ijsvrije vliegtuig naar de startbaan. 
    • Wordt de noordpool ijsvrij? 
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord ijsvrij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.