ijsclub

Nederlands

ijsclub op het museumplein in Amsterdam
Uitspraak
  • Geluid:  ijsclub    (hulp, bestand)
  • IPA: /'ɛisˌklʏp/
Woordafbreking
  • ijs·club
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ijsclub ijsclubs
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

ijsclub v/m [1]

  1. (sport) sportvereniging voor het beoefenen van de schaatssport
    • Het is voorbij. De zon heeft zondagmiddag een einde gemaakt aan enkele dagen schaatspret op de ijsbaan in Almelo. Totaal kwamen er 2000 bezoekers langs de kassa. Zondag waren er dat nog ruim driehonderd. De ijsclub is meer dan tevreden. [2] 
    • Achter de velden van AJC is sinds zaterdag een stalen karkas te zien. Het laat zien hoe het multifunctionele dat gebruikt gaat worden door de IJsclub Losser, atletiekclub Iphitos en Judoclub Losser eruit komt te zien. [3] 
Synoniemen
  • schaatsvereniging
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord ijsclub staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.