ijsboer

Nederlands

ijsboer

Uitspraak

Geluid: ijsboer (hulp, bestand)
IPA: / 'ɛisˌbur /

Woordafbreking

ijs·boer

Woordherkomst en -opbouw

samenstelling van ijs zn en boer en

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	ijsboer	ijsboeren
verkleinwoord	ijsboertje	ijsboertjes

Zelfstandig naamwoord

ijsboer m

(beroep) verkoper van consumptieijs

- Surinamers lopen af en aan voor hun dagelijkse inkopen. Bij Tjin’s – Surinaamse broodjes en maaltijden, bij de Surinaamse-Chinees Kim-Yin, op het marktplein. Groente, fruit, kleding. Een Surinaamse ijsboer verkoopt schaafijs met siroop. In twaalf smaken. [1]

- Twijfel jij bij de ijsboer altijd over welke smaak je moet kiezen? IJscoman Rob Kok van IJspaleis Driehuis heeft de oplossing. Voor klanten die niet kunnen kiezen en 'euh' stamelen is er nu de speciale 'euh'-smaak. Maar hoe smaakt die? [2]

Synoniemen

ijscoman

Gangbaarheid

Het woord ijsboer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'ijsboer' herkend door:

98 %	van de Nederlanders;
97 %	van de Vlamingen.

Verwijzingen

Reformatorisch Dagblad Gerard ten Voorde 19-07-2010 Surinamers verdeeld over president Bouterse
Tubantia https://www.tubantia.nl/bizar/zeg-euh-en-je-hebt-al-een-ijsje-besteld~afb1a051/ Zeg 'euh' en je hebt al een ijsje besteld

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.