identiteitsbewijs

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • iden·ti·teits·be·wijs
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord identiteitsbewijs identiteitsbewijzen
verkleinwoord identiteitsbewijsje identiteitsbewijsjes

Zelfstandig naamwoord

identiteitsbewijs o

  1. een document waaruit de identiteit van iemand blijkt
    • Zij moesten hun identiteitsbewijzen tonen. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord identiteitsbewijs staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.