hyper-

Nederlands
Huidig
bestand
53
Uitspraak
Woordafbreking
  • hy·per-
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudgriekse ὑπέρ (over) [1]

Voorvoegsel

hyper-

  1. in zeer sterke mate of in te sterke mate
  2. ter aanduiding dat het genoemde zich bevindt boven hetgeen het tweede lid noemt
  3. ter aanduiding van een teveel aan het door het tweede lid genoemde
Antoniemen
Hyponiemen
   
  • hyperaemie
  • hyperanabolisme
  • hyperbaton
  • hyperboulie
  • hypercarnivoor
  • hypercatalectisch
  • hypercholesterolemie
  • hypercorrect
  • hypercultuur
  • hyperdensiteit
  • hyperellips
  • hyperfagie
  • hyperfeminisme
  • hyperflexibel
  • hyperforine
  • hyperfunctie
  • hypergame
  • hypergevoelig
  • hyperglycaemie
  • hypergool
  • hypericum
  • hyperinfectie
  • hyperintelligent
  • hyperkinese
  • hyperkritiek
  • hyperkritisch
  • hyperkubus
  • hyperlading
  • hyperluxueus
  • hypermacht
  • hypermedium
  • hypermetamorfose
  • hypermetroop
  • hypermnesie
  • hypermobiliteit
  • hypernerveus
  • hypernova
  • hyperopper
  • hyperparasiet
  • hyperrealisme
  • hyperrealist
  • hyperrealistisch
  • hyperreflectie
  • hyperreus
  • hypersegmentatie
  • hypersensitief
  • hyperslank
  • hypersnel
  • hypersomnie
  • hypertesie
  • hypertext
  • hyperthyreoidie
  • hyperthyroidie
  • hypervalent
  • hyperventilant

Verwijzingen
  1. hyper- op website: Etymologiebank.nl

Gangbaarheid
  • Het woord 'hyper-' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.