hyperreflectie

Niet te verwarren met: hyperreflexie

Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
  • hy·per·re·flec·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hyperreflectie hyperreflecties
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hyperreflectie v

  1. overdreven doordenken van eigen ervaringen
    • In zijn essaybundel De letterpiloot (…) laat Otten telkens weer zien dat een verbod alleen werkzaam blijft zolang het wordt geschonden. Voor de onderscheiding van goed en kwaad is kennis nodig; wie zich daarentegen van geen kwaad bewust is, leeft in de paradijselijke wereld die de bevrediging van elke begeerte mogelijk maakt. In zijn overbewustheid en hyperreflectie markeert het schrijven de grenzen die het taboe stelt, maar tegelijkertijd is het een strategie die gericht is op de herovering van de onschuld. [2]
  2. (diergeneeskunde) oogaandoening waarbij het netvlies licht weerkaatst in plaats van het op te nemen
    • Lokale hyperreflectie wijst op een omschreven plaatselijke totale atrofie van de retina, waardoor geen licht meer wordt geabsorbeerd en het volledig wordt teruggekaatst. [3]

Gangbaarheid
  • Het woord 'hyperreflectie' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Goedegebuure, J. "Over Willem Jan Otten. Niet zijn waar je bent" in: De Revisor. jrg. 27 nr. 1 (februari 2000) Em. Querido's Uitgeverij, Amsterdam; p. 48; geraadpleegd 2019-01-29
  3. Stades, F.C. e.a. Praktijkgerichte oogheelkunde voor de dierenarts (2000) Schlütersche, Hannover; ISBN 9783877064740; p. 176 kol. 1; geraadpleegd 2019-01-29
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.