huurkazerne
Nederlands
Woordafbreking
- huur·ka·zer·ne
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van huur ww en kazerne
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | huurkazerne | huurkazernen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
huurkazerne v/m [1]
- (bouwkunde) (pejoratief) groot gebouw met veel kleine, armoedige huurwoningen
- In plaats daarvan was het een wijk vol opslagplaatsen, huurkazernes en miserabele rijen slecht gebouwde huizen. Er waren looierijen en zeepziederijen, kleine bedrijfjes van ververs, kalkbranders en looiers, waar de leertouwers een substantie gebruikten om huiden donker te maken die bekendstond als pure en die iedere nacht door de meest vervuilde paupers uit de buurt werd verzameld — pure, een Victoriaanse term voor hondenstront.[2]
- Kubizek krijgt geen positieve indruk van Wenen: de stad lijkt vol ongeïnteresseerde, onsympathieke mensen, sombere portieken, smalle, slechtverlichte huurkazernes en trappen. [3]
Synoniemen
- mensenpakhuis, woonkazerne
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord huurkazerne staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Winchester, Simon De gekwelde woordenaar vertaald door Peter Out 1998 ISBN 90-254-2146-6 pagina 17
- Knausgard, Karl Ove Vrouw 2015 ISBN 978-90-445-3227-2 pagina 515
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.