huiswerkcontrole
Nederlands
Woordafbreking
- huis·werk·con·tro·le
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van huiswerk en controle
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | huiswerkcontrole | huiswerkcontroles |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
huiswerkcontrole v/m
- het nakijken van het huiswerk door de docent. Is het huiswerk gemaakt? Hoe is de kwaliteit van het huiswerk?
- Omdat de cursisten het huiswerk niet maakten ging de docent huiswerkcontroles invoeren.
Gangbaarheid
- Het woord 'huiswerkcontrole' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.