hub
Nederlands
Zelfstandig naamwoord
hub m
- knooppunt in het luchtverkeer
- onderdeel dat computernetwerken meerdere apparaten met de rest van het netwerk verbond, voordat het gebruikelijk werd dat met een switch te doen
Gangbaarheid
- Het woord hub staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'hub' herkend door:
65 % | van de Nederlanders; |
64 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.