houtomzet
Nederlands
Woordafbreking
- hout·om·zet
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van hout zn en omzet zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | houtomzet | houtomzetten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
houtomzet m
- totale hoeveelheid hout die in een bepaalde periode is verkocht, uitgedrukt in de waarde van de opbrengst
- Naar schatting 60 à 70 procent van de houtomzet (ƒ 3 miljard) gaat naar de bouw. [1]
Gangbaarheid
- Het woord 'houtomzet' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- Monterie, A. "Computer hakt in tussenhandel hout" in: De Telegraaf jrg. 89 nr. 29400 (10 juli 1982); p. 45 kol. 1; geraadpleegd 2016-07-31
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.