hotelier
Nederlands
Woordafbreking
- ho·te·lier
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van hotel met het achtervoegsel -ier
- afgeleid van het Franse hôtelier (met het achtervoegsel -ier) [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hotelier | hoteliers |
verkleinwoord | - | - |
Gangbaarheid
- Het woord hotelier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'hotelier' herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.