hotelbrand
Nederlands
Woordafbreking
- ho·tel·brand
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van hotel zn en brand zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hotelbrand | hotelbranden |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
hotelbrand m
- vuur dat delen verteert van een gebouw waar reizigers onderdak kunnen krijgen
- Volgens hem zijn de problemen met de brandveiligheid aan het licht gekomen omdat Schiphol het Hilton Hotel wil verkopen aan een grote vastgoedpartij. „Die heeft veel hotels, ook in Dubai waar er onlangs een grote hotelbrand heeft gewoed. Deze partij heeft tests laten uitvoeren waardoor duidelijk werd dat het Hilton op Schiphol niet aan de eisen voldoet. Daarom worden de composiet-elementen nu vervangen.” [1]
Gangbaarheid
- Het woord hotelbrand staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- Rengers, M. & C. Houtekamer Failliet, maar het Hilton moest af (13 juli 2017) op website: nrc.nl; geraadpleegd 2017-10-17
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.