hors
![](../I/m/Atlantic_Horse_Mackerel.jpg)
m 1. eetbare vissoort (Trachurus trachurus) die voorkomt in de oostelijke Atlantische Oceaan
![](../I/m/Ecomare_-_duinen_De_Hors_(hors-duinen-4565-sw).jpg)
v/m/o 1. buitendijkse grond die begroeid raakt (De Hors op Texel)
Nederlands
Woordafbreking
- hors
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘beenvis’ voor het eerst aangetroffen in 1862 [1]
- [vissoort] van Engels horse-mackerel [2]
- [droogvallende grond] variant van gors en/of verwant aan horst [3][4]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hors | horsen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
hors m
- (vissen) eetbare vissoort Trachurus trachurus
die voorkomt in de oostelijke Atlantische Oceaan
Zelfstandig naamwoord
hors v / m / o
- buitendijkse grond die begroeid raakt
- zandplaat in zee die bij vloed niet helemaal onderloopt
Synoniemen
- [1] gors
Afgeleide begrippen
- De Hors
- Vliehors
Gangbaarheid
- Het woord hors staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'hors' herkend door:
43 % | van de Nederlanders; |
37 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "hors" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- hors op website: Etymologiebank.nl
- hors op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
Angelsaksisch
Uitspraak
- IPA: /hoɹs/
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.