hoorspelacteur

Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
  • hoor·spel·ac·teur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hoorspelacteur hoorspelacteurs
verkleinwoord hoorspelacteurtje hoorspelacteurtjes

Zelfstandig naamwoord

hoorspelacteur m

  1. (beroep) acteur die in hoorspelen optreedt

Gangbaarheid
  • Het woord 'hoorspelacteur' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.