hooploper

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hoop·lo·per
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hooploper hooplopers
verkleinwoord hooplopertje hooplopertjes

Zelfstandig naamwoord

hooploper m [1]

  1. (verouderd) (scheepvaart) bepaald type varensgezel

Gangbaarheid

  • Het woord 'hooploper' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.