hoofdeinde

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hoofd·ein·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hoofdeinde hoofdeindes,
hoofdeinden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hoofdeinde o

  1. de kant van het bed waar meestal het hoofd ligt bij het slapen
    • Het kind draaide vreselijk in haar slaap, haar benen lagen aan het hoofdeinde. 

Gangbaarheid

  • Het woord hoofdeinde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.