hoofddoekje

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hoofd·doek·je
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord - -
verkleinwoord hoofddoekje hoofddoekjes

Zelfstandig naamwoord

hoofddoekje o dim. tant.

  1. (schertsend) moslima

Zelfstandig naamwoord

hoofddoekje o

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord hoofddoek
Afgeleide begrippen
  • hoofddoekjesverbod

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.