hogerhand
Nederlands
Woordafbreking
- ho·ger·hand
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van hoger en hand
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hogerhand | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
hogerhand v
- door een hogere instantie, door een leidinggevende
- Van hogerhand was bevel gegeven dat van nabij poolshoogte genomen moest worden van wat de moffen uitspookten. [1]
Gangbaarheid
- Het woord hogerhand staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'hogerhand' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.