hogerhand

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ho·ger·hand
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hogerhand
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hogerhand v

  1. door een hogere instantie, door een leidinggevende
    • Van hogerhand was bevel gegeven dat van nabij poolshoogte genomen moest worden van wat de moffen uitspookten. [1] 

Gangbaarheid

  • Het woord hogerhand staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. Lemaitre, Pierre Tot ziens daarboven 2014 ISBN 9789401601931 pagina 13
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.