hoger

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hoger    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /ˈɦoːχər/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈɦoːɣər/
Woordafbreking
  • ho·ger

Bijvoeglijk naamwoord

hoger

  1. onverbogen vorm van de vergrotende trap van hoog
Hyponiemen
  • naasthoger
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord hoger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

    This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.