hoestbui
Nederlands
Woordafbreking
- hoest·bui
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van hoest en bui
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hoestbui | hoestbuien |
verkleinwoord | hoestbuitje | hoestbuitjes |
Zelfstandig naamwoord
hoestbui v/m
- een onverwachtse aanval van hoest
- Ze kreeg ineens een hoestbui.
Gangbaarheid
- Het woord hoestbui staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'hoestbui' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.