hielprik

Nederlands

uitvoering hielprik
Uitspraak
  • Geluid:  hielprik    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈhilprɪk/
Woordafbreking
  • hiel·prik
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hielprik hielprikken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hielprik m

  1. (medisch) bloedafname bij een pasgeborene voor het opsporen van behandelbare aangeboren afwijkingen
    • Veel landen in Europa benutten de mogelijkheden van de hielprik onvoldoende. Dat concluderen onderzoekers van onder andere het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en het Amsterdamse VUmc. Als landen meer gebruik zouden maken van de hielprik bij pasgeboren, kunnen er levens gered worden. Ook kunnen ziekten en kosten worden voorkomen. [1] 
    • Verder weigerde het RIVM informatie te verstrekken die mogelijk kan helpen bij het achterhalen van de herkomst van het kindje. Het ging hierbij specifiek om de hielprik dat het meisje had gekregen. Volgens het RIVM kwam hierbij het medisch beroepsgeheim in het gedrang. [2] 
    • We denken dat de suiker endorfines in het lichaam vrijmaakt, waardoor je minder pijn ervaart. Zo krijgen kinderen bijvoorbeeld suikerwater als ze een pijnlijke hielprik krijgen of wanneer er bloed wordt geprikt. Dat is hetzelfde principe. [3] 
Synoniemen
  • Guthrie-test
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord hielprik staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
90 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.