herfstvakantie

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • herfst·va·kan·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord herfstvakantie herfstvakanties
verkleinwoord herfstvakantietje herfstvakantietjes

Zelfstandig naamwoord

herfstvakantie v

  1. een schoolvakantie die in Nederland 1 week duurt in een van de laatste twee weken van oktober
    • De herfstvakantie is zeer geschikt voor culturele uitstapjes. 

Gangbaarheid

  • Het woord herfstvakantie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.