hemdsmouw
Nederlands
![](../I/m/COLLECTIE_TROPENMUSEUM_Katoenen_overhemd_met_portret_van_Mobutu_TMnr_5829-1.jpg)
overhemd met twee korte hemdsmouwen
Woordafbreking
- hemds·mouw
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van hemd en mouw met het invoegsel -s- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hemdsmouw | hemdsmouwen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
hemdsmouw v/m [2]
- (kleding) dat deel van een hemd dat de arm geheel of gedeeltelijk bedekt
- ` Markies Caloyanni,' zei ik. 'Hij heeft twee schoten gelost. Een op mij.' Ik draaide hem mijn verbonden arm toe, waar de opengesneden hemdsmouw langs schuurde. 'Het andere op Sara.'[3]
- Enkele bataljons soldaten, ondanks de kou in hemdsmouwen, krioelden als witte mieren op deze verdedigingswerken; over een wal heen werden door onzichtbare personen voortdurend scheppen rode leem geworpen.[4]
Uitdrukkingen en gezegden
- Alle dagen een draadje is een hemdsmouw in het jaar
ook met langzaam maar gestadig werken kan men veel bereiken
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord hemdsmouw staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'hemdsmouw' herkend door:
89 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- hemdsmouw op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Heijden, A.F.Th. van der De ochtendgave 2015 ISBN 978-90-234-5776-3 pagina 242
- Tolstoj, L.N. Oorlog en Vrede Deel 1 Vertaald uit het Russisch door Yolanda Bloemen en Marja Wiebes 2006 ISBN 9028240462 pagina 223
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.